Plan-MER

Wat is een plan-MER?

Een plan-MER is een volledig milieueffectrapport dat verplicht is wanneer een plan het kader vormt voor toekomstige besluiten over milieubelastende activiteiten of wanneer een passende beoordeling vereist is. Deze procedure maakt integraal deel uit van het planproces en zorgt ervoor dat milieugevolgen van beleidskeuzes vroegtijdig inzichtelijk en transparant worden meegewogen. Het versterkt de onderbouwing van omgevingsplannen, programma’s en visies en is essentieel voor een zorgvuldige en wettelijk verankerde besluitvorming.

Wanneer is een plan-MER verplicht?

Een plan-MER is verplicht voor plannen die:

  • Het kader vormen voor activiteiten die een MER-(beoordelings)plicht hebben.
  • Of waarvoor een passende beoordeling nodig is, bijvoorbeeld vanwege effecten op Natura 2000-gebieden.

Typische voorbeelden zijn omgevingsplannen, programma’s en omgevingsvisies. Ook als een plan direct de uitvoering van een mer-plichtige activiteit mogelijk maakt, is een plan-MER vereist.

Opstellen plan-MER

Het plan-MER wordt steeds opgesteld door bevoegd gezag zelf, niet door de initiatiefnemer. De procedure is nauw verbonden met die van het plan of programma en volgt doorgaans de uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure van de Algemene wet bestuursrecht.

Procedurestappen van het plan-MER

  1. Kennisgeving van het voornemen
    In veel gevallen start het proces met een kennisgeving van het voornemen om een plan op te stellen waarvoor een MER zal worden gemaakt. Hierin wordt ook aangegeven hoe participatie van belanghebbenden wordt vormgegeven.
  2. Bepalen reikwijdte en detailniveau
    Het bevoegd gezag bepaalt welke milieueffecten, alternatieven en thema’s worden onderzocht in het MER. Hiervoor wordt vaak een conceptnotitie opgesteld, die kan worden besproken met wettelijke adviseurs. De Commissie m.e.r. kan desgewenst een inhoudelijk advies uitbrengen.
  3. Opstellen MER
    In het MER worden de milieueffecten van het voorgenomen plan en redelijke alternatieven beschreven. Ook mitigerende en compenserende maatregelen maken deel uit van het rapport. Het MER moet compleet, actueel en objectief zijn.
  4. Terinzagelegging ontwerpplan en MER
    Het ontwerpplan en het MER worden gelijktijdig gedurende ten minste zes weken ter inzage gelegd. In deze periode kunnen zienswijzen worden ingediend door burgers, bedrijven en andere belanghebbenden.
  5. Zienswijzen en toetsingsadvies Commissie m.e.r.
    De Commissie m.e.r. brengt in deze fase een verplicht toetsingsadvies uit over de inhoud en kwaliteit van het MER. Dit gebeurt op basis van het ingediende rapport en eventueel aanvullende informatie.
  6. Vaststelling van het plan
    Het bevoegde orgaan stelt het plan vast. Daarbij moet expliciet worden gemotiveerd hoe het MER, de zienswijzen en het advies van de Commissie m.e.r. zijn meegenomen in de besluitvorming.
  7. Bekendmaking en beroep
    Na vaststelling wordt het plan gepubliceerd en start de beroepstermijn. Belanghebbenden kunnen beroep instellen bij de bestuursrechter. In dat beroep kan ook de inhoud en kwaliteit van het MER worden betwist.
  8. Monitoring
    Indien nodig worden bepalingen opgenomen om milieueffecten tijdens de uitvoering te volgen, wat bijdraagt aan lerend en adaptief beleid.

Kaderstellend karakter en relatie tot het omgevingsplan

Een plan is kaderstellend als het richting geeft aan toekomstige besluiten, bijvoorbeeld over locatiekeuzes, capaciteitsgrenzen of uitvoeringsvoorwaarden voor projecten. Bij omgevingsplannen kan dit betekenen dat zij bepalen wat waar mag en onder welke voorwaarden. Wanneer een omgevingsplan concreet genoeg is om MER-(beoordelings)plichtige activiteiten direct mogelijk te maken, is sprake van MER-plicht. Dit benadrukt het belang van de plan-MER bij ruimtelijke ordening en integrale afweging.

Overzicht

Project-MER

Project-MER